dinsdag 31 mei 2011

Jasmijn en Gijs


Dit blog gaat over Marit en haar botoxtraject en alle andere dingen die erbij horen in haar leven met een beperking. Af en toe komen wij als ouders en broertje en zusje voor in de verhalen. Omdat de meeste lezers ons wel kennen, is het een beetje raar om het steeds over 'manlief of papa, zusje en broertje' te hebben. Voor wie ons niet zo goed kent: papa is Twan, net 42 geworden. Zusje is Jasmijn, een krullenkopje van bijna vierenhalf en broertje is Gijs, die over een paar maanden twee wordt. Met z'n drietjes op zondagochtend televisie kijkend vormen ze een fotogenieke drie-op-een-rij.

Gijs
Dit blog gaat over Marit, maar Marit is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met ons. Dat Marit drie keer in de week naar therapie moet en dagelijks thuis minstens een uur moet 'oefenen', heeft zijn weerslag op ons als gezin. Gijs hoor je niet klagen, dat is een grappige dreumes. Als derde kind is hij gewend dat hij op zijn beurt moet wachten. Als hij in de box lag te huilen, was ik vaak net een luier aan het verschonen. Of er ging een beker drinken om. Tegen de tijd dat ik zover was om naar de box te gaan, was hij vaak wel klaar met huilen.

Jasmijn
Maar Jasmijn dreigt wel eens ondergesneeuwd te raken in ons drukke bestaan. Marit is verbaal heel sterk en kletst altijd, ook als ze niks te vertellen heeft. Jasmijn is van nature wat rustiger, maar heeft net zo goed behoefte aan aandacht en bevestiging. 'Nouhou, ik wil ook wat vertellen!' probeert ze er soms tussendoor te komen.

‘Was ik maar zes’
Toen Jasmijn nog drie was en de oudste op het kinderdagverblijf, zat ze lekker in haar velletje. Ze kon een beetje moederen over de kleinere kindjes en hielp de juffen met was opvouwen en opruimen. Maar sinds een paar maanden zit ze op school, en dat is echt andere koek. De juf is heel tevreden over Jasmijn, die erg haar best doet en heel zelfstandig is. 'Ze is een cadeautje in de klas.' Maar stiekem kost het Jasmijn bakken met energie. Al die meiden van zes, die bijna naar groep drie gaan, daar kijkt ze enorm tegenop. 'Ik wou dat ik ook zes was!' snikte ze een paar dagen terug.

‘Het is niet eerlijk’
Thuis heeft Jasmijn ook al steeds zo'n zesjarige tegenover zich. Die bovendien allemaal leuke en interessante dingen mag doen, zoals een nachtspalk aan en tegen mama aan zitten onder het televisiekijken. Dat je met een nachtspalk helemaal niet zo lekker kunt liggen en dat mama Marit steeds opnieuw rechtop zet en op haar benen drukt om ze goed gestrekt te houden, dat is niet van belang. En dan gaat nota bene Jasmijns fiets mee in de bakfiets, waar ook Marit en Gijs in zitten. Onderweg naar het reva brengen we Gijs naar het kinderdagverblijf, waar Jasmijn ook wel even gezellig hallo zou willen zeggen. 'Het is niet eerlijk!' stelt ze verongelijkt vast en stapt onder protest de auto in. Gewoon naar school, saai hoor.

Aandacht
Zo zijn er voor Jasmijn elke dag wel voorbeelden waaruit in haar beleving blijkt dat ze ondergeschikt is aan Marit. We moeten Marit helpen met de rits van de broek. Het aandoen van de EVO en de semi-orthopedische veterschoenen kost een minuut of wat. 'Jasmijn, trek je schoenen nou even aan,' roepen we ondertussen tevergeefs. Marit heeft een aangepaste stoel, waar ze niet zelf in en uit kan. Jasmijn kan zonder moeite in en uit haar stoel, maar 'wie schuift mij nou eens aan!' is een terugkerende roep om aandacht.

Actieplan
In theorie kunnen we het allemaal verklaren. Twan en ik hebben het er geregeld over en we begrijpen Jasmijn zo goed. We nemen ons keer op keer voor begrip en geduld op te brengen als ze weer eens dwars is. Vaak lukt dat ook. Maar soms ontplof ik ineens als ze na tien keer aanschuiven haar stoel weer naar achteren schuift. Met als gevolg een huilende Jasmijn en een mama die vind dat ze enorm heeft gefaald. Tijd voor een actieplan.

De orthopedagoog
Bij het reva werken ook orthopedagogen en met een van hen hebben we een prettig contact. Eens in de zoveel tijd hebben we een gesprek over de opvoeding van Marit. Een jaar geleden was het een tijd wat intensiever, in de fase dat de orthopedagoog samen met een kinderneuropsycholoog de diagnoses stelden van ADD en problemen met de executieve functies. We kregen handvaten mee om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Maar daarna hebben we elkaar nog maar een keer gesproken. Zij kan ons vast helpen bij het actieplan.

Schop onder de kont
Gisteren zat ik tegenover haar. De orthopedagoog begrijpt dat we Jasmijn in het verhaal willen betrekken. 'Het is voor haar heel lastig. Natuurlijk wil ze net zoveel aandacht als Marit. Maar je zult dat nooit gelijk kunnen trekken, dat is nu eenmaal zo met de beperkingen van Marit. Het is dus heel belangrijk om het keer op keer goed uit te leggen.'
Het onderwerp zelfstandigheid bevorderen is al vaker aan de orde geweest, zo ook nu. ‘Volgens mij hebben we een schop onder de kont nodig, want we komen maar niet verder,’ verzucht ik. Marit kan technisch gezien haar pyjama al een hele tijd zelf aan en uit doen. Maar we krijgen het maar niet voor elkaar dat het vanzelfsprekend wordt dat ze het ook daadwerkelijk zelf doet. Hetzelfde verhaal met Jasmijn en zelf naar de wc gaan. 'Die stickerkaarten waar jullie het al zo vaak mee geprobeerd hebben, hebben die wel eens echt goed gewerkt?'

Doelen uitbouwen
'Ze werkten wel een beetje. Maar nu ik er over nadenk alleen in de weken dat ze stickers konden verdienen. Als de stickerkaart vol was en de taartjes gebakken, dan was het klaar. De lol van de zelfstandigheid raakte eraf en uiteindelijk waren we weer terug bij af.' De orthopedagoog legt uit dat we de doelen uit moeten bouwen. Dus als vervolgstap ook de pyjama zelf goed klaarleggen en weer daarna ook zelf aandoen terwijl mama niet naast je zit. Ze stelt verder nog voor om de stickerkaart te vervangen door deelbare cadeautjes, zodat ze iedere dag een onderdeeltje kunnen verdienen en na een week het playmobielpoppetje compleet hebben, bijvoorbeeld. Dat klinkt plausibel, steeds een stapje erbij. Cumuleren, zo heette dat vroeger op school.

Muntjes verdienen
’s Avonds op de bank bedenken Twan en ik een plannetje voor de beloninkjes. De orthopedagoog spiegelde voor dat we zo een half jaar zoet zijn. Elke week een playmobielpoppetje, dat gaat nog aardig in de papieren lopen. Zeker als je bedenkt dat ze niets met playmobiel hebben. Andere kleine cadeautjes? Liever niet, we hebben al bakken vol met van die frutselmeuk. Weet je wat: ze kunnen iedere dag tien cent verdienen. In het weekend mogen ze daarmee bij de snoepkraam op de markt iets uitzoeken. Of ze sparen door voor iets in de speelgoedwinkel.

Spaarbakjes maken
Vanmorgen vertelde ik de meiden dat ze vanmiddag niet met een vriendinnetje kunnen afspreken. Want ze hebben iets belangrijkers te doen: ze gaan een bakje knutselen om de muntjes in te verzamelen.
Ik ben benieuwd of het gaat werken. Over een week of vier heb ik een vervolgafspraak met de orthopedagoog, om te vertellen of het allemaal lukt. Tegen die tijd zal ik ook hier verslag doen. Nu eerst de meiden van school halen; knutselwerk aan de winkel!

1 opmerking:

  1. Leg z'n 4 jarige maar eens uit waarom er zoveel aandacht naar haar zus gaat en waarom Marit bepaalde dingen minder goed kan....

    Goed om te lezen dat jullie je zo goed en actief inzetten om het voor alle 3 zo goed en fijn mogelijk te doen..

    Eefje

    BeantwoordenVerwijderen