woensdag 27 april 2011

Goed geprikt

Dinsdag 26 april - op bezoek bij de revalidatieartsen
Typisch gevalletje van slechte timing. Als ik Marit om 14.00 uur uit de klas haal, begint net het verjaardagsfeestje van een bevriend klasgenootje. Gelukkig krijgt ze nog snel de traktatie in haar handen gedrukt. 'He, het zijn helemaal geen echte frietjes!' stelt Marit even later verheugd vast. Ze zit achterop de fiets en af en toe krijg ik een paar chippies toegestopt. We zijn onderweg naar de vaste revalidatiearts en haar collega die de Botoxinjecties heeft gegeven. Ze willen zien wat het effect tot nu toe is. Minutieus bekijken ze om de beurt linkerarm en -been van Marit. 'We hebben de juiste spieren weten te vinden,' concludeert de arts van de prikken. 'Je ziet duidelijk dat de hand nu beter open gaat, en ook de elleboog kan makkelijker buigen. Het onderbeen is nog wat stug, maar we kunnen de voet welk makkelijker in een hoek van 90 graden krijgen.'

Zwabberarm
Marit zelf heeft gemengde gevoelens over de resultaten tot nu toe. Ze kan goed uitleggen hoe ze het ervaart. 'Ik kan nu makkelijker spullen oppakken met mijn moeilijke hand. Maar als ik het dan vast heb, valt het er vaker zo weer uit. Mijn arm gaat zomaar de andere kant op.' Er wordt begrijpend geknikt aan de andere kant van de tafel. 'Dat kan heel goed, want je hebt nu minder controle over je arm, die gaat een beetje zijn eigen gang. Daarom moet je goed blijven oefenen, dan gaat het over een poosje echt beter. Beter dan je gewend was.' We vertellen over de afgelopen weken, en dat het af en toe best pittig was. 'Ik kan me goed voorstellen dat ze in een dalletje zat,' verklaart de prikarts. 'Marit was zo gewend aan haar spasticiteit, daar vertrouwde ze op in haar doen en laten. En haar lichaam voelt nu ineens heel anders aan, daar moet ze aan gewend raken.'

College over de spieren
De andere arts legt verder uit: 'De spieren die altijd een te hoge spanning hadden, zijn nu soepel. Maar dat is iets anders dan sterk. We hebben met de botox de optimale voorwaarden gecreëerd voor krachtoefeningen, zodat de spieren sterk kunnen worden en goed gaan functioneren.' Ze kijken ook nog naar de nachtspalk die in het ziekenhuis gemaakt is. Die wordt goedgekeurd: 'Er zitten in de kuit drie spieren. Twee daarvan rek je alleen met een spalk die over de knie heen gaat. De derde rek je met een kortere spalk. Bij Marit volstaat deze korte spalk, want juist die spier is bij Marit het grootste probleem.' Ik knik en spreek opnieuw met mezelf af dat ik toch echt eens werk ga maken van wat meer kennis over het bewegingsapparaat. Nu kom ik niet veel verder dan dat je buigers en strekkers hebt. Weet je wat, ik ga nu meteen googelen voor les één.

vrijdag 22 april 2011

Bikkel Marit

Dinsdag 19 april - Schoolreisje

De kleuters hebben zich eerst verzameld in hun klas en komen nu twee-aan-twee naar buiten. Er staat een haag van uitzwaaiende ouders en iedereen probeert z'n eigen kind te spotten. Ik word geholpen door een collectief 'ahhh'. Er is er eentje gevallen van het afstapje. Dat kan niet missen: het is Marit. Het is net te ver om er in een seconde bij te zijn. De klassemoeder heeft Marit vandaag onder haar hoede en ik zie dat die haar overeind helpt. Kan ik toch snel het klassieke plaatje schieten. Ik ken onze Marit, die staat er gewoon lachend op. Negen van de tien keer geeft ze geen krimp na een valpartij.
We lopen samen naar de bus, zodat ik de buggy in de bagageruimte kan leggen. Het schoolreisje gaat naar Plaswijck, een uitgestrekt park met dieren-, verkeers- en speeltuin. Als Marit zittend van het ene deel naar het andere deel kan, houdt ze het net wat langer vol allemaal.

Ontroerend lief
Verschillende moeders spreken me aan. 'Ze houdt zich kranig zeg,' en 'Nou, ik had het haar niet nagedaan. Met twee benen in het gips met die warmte, en dan toch zo vrolijk zijn.' Het is fijn om te merken dat er meegeleefd wordt met Marit. En het is ook fijn om bevestigd te krijgen dat onze dochter zo'n bikkel is. Een paar dagen later vraagt een moeder of Marit al veel kaartjes heeft gekregen. Nou nee, afgezien van de twee kaartjes van oma heeft ze geen kaartjes gekregen. 'Is dat de bedoeling dan, hoort het zo te zijn dat ze veel kaartjes krijgt?' schiet er door me heen en ik mompel 'mwoh, gaat wel.' Even later begint het me te dagen, als de moeder er aan toevoegt: 'Oh, ze heeft het mailtje blijkbaar niet naar jou gestuurd'. En als er later die middag een kaartje van een klasgenootje waar Marit eigenlijk nooit mee omgaat op de mat ligt, weet ik het zeker. Die 'ze' is de klassemoeder van het schoolreisje. Wat ontzettend attent, ik moet even wat wegslikken.

Zomer in april
Het is een prachtige dag en om half vier spuugt de bus een lading roodverbrande, stoffige kleuters uit. 'Ik wil afspreken,' roept een vriendinnetje dat blijkbaar nog energie over heeft. Gelukkig reageert Marit niet meteen, zodat ik snel kan zeggen dat we dat vanmiddag niet meer doen. Met twee uitgetelde dochters in de bak fiets ik naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum. Met z'n drietjes een ijsje eten lijkt me het hoogst haalbare voor de rest van de middag. De meiden zitten smikkelend naast elkaar. Het is nog steeds behoorlijk warm en het stof aan de handen verandert in no-time in een kleverige massa. De vieze haren hangen in slierten voor de ogen en Marit zit tegen haar zusje aan gezakt. Innig tevreden zijn ze, en ik geniet met ze mee.

Donderdag 21 april - Bloody mess

Ik sta net te douchen als ik een gil uit Marits kamer hoor, gevolgd door hard gehuil. Dit klinkt ernstig, hier lijkt echt iets aan de hand. Manlief gaat er heen, maar het huilen houdt aan. Marit was uit bed gekomen, kon de gipsschoenen niet goed aan krijgen en viel met haar neus tegen het kastje. Een flinke bloedneus is het gevolg. In de paar seconden tussen het begin van het bloeden en het moment dat papa binnenkomt, is Marit diagonaal de kamer overgestoken. Dat kun je zien aan het bloedspoor. Van het kastje, over het vloerkleed, naar de deur. Hoe het kan dat die deur ook helemaal onder de bloedspetters zit is me een raadsel. Inmiddels is Marit van de schrik bekomen. Onder het ontbijt zorgt ze er voor dat de zakdoek in de buurt blijft. 'Ik voel nog dat er iets nats in mijn neus zit, en het is geen snot.'

Vrijdag 22 april - Vol programma

Vandaag weer naar het ziekenhuis. Voorlopig voor de laatste keer als het goed is. Zusje, Marit en ik gaan de grote draaideur door en de dames lopen automatisch de goede kant op. Ze weten de gipskamer inmiddels feilloos te vinden. Even het gips eraf en een nachtspalkje maken, dat is zo gepiept. Dat dacht ik, toen ik voor een uur later de afspraak met de fysio in mijn agenda schreef. 'Het moet lukken dat ik tussendoor even langs huis ga en broertje oppik, zodat papa kan werken en ik met de beide kleintjes boodschappen kan doen als Marit aan het oefenen is.' Maar dat bleek iets te optimistisch gedacht. We sjesen rechtstreeks van het ziekenhuis naar de fysio, maar zijn toch vijf minuten te laat. We zien het vorige klantje naar buiten komen; dat blijkt een vriendinnetje dat ongeveer naast de praktijk woont. Als ik Marit een uurtje later ophaal, bellen we aan bij het meisje. Ze gaat gezellig mee naar de speeltuin. We picknicken daar ook, met een vriendin van mij en haar kids. Terwijl we zitten te eten komt de oppas van een buurmeisje vragen of de meiden in het zwembadje komen spelen. Dat kan wel even, maar niet te lang. Want later vanmiddag staat er nog zwemles gepland. Hoe zo, vol programma vandaag?

Het journaal met Rob

We hebben een traditie uit de vorige botoxperiode in ere hersteld. Marit mag meekijken naar het acht uur journaal. De vorige keer was ze net drie, en ze kon toen feilloos de namen opnoemen van de hoofdpersonen: 'Sacha' (De Boer), 'Jan Peter' (Balkenende) en 'Erwin' (Kroll). Over een paar dagen kent ze Rob Trip, Mark Rutte en ongetwijfeld ook president Assad. Het is niet dat we willen dat ze nu al alle narigheid van de wereld meekrijgt, maar het is eigenlijk het enige moment van de dag waarop we standaard een half uur lang stil kunnen zitten. En dat moet Marit, met de rug tegen de bank en de benen recht en gespreid. Zo worden de hamstrings goed opgerekt. Dat is het huiswerk van de fysio, samen met de opdracht om op de buik liggend de spieren langs de heup te rekken. Van de ergo hebben we een leuk spel meegekregen: een mini-paas-basket-variant. Als Marit het voor elkaar krijgt met de moeilijke hand het ei in het hoogste mandje te krijgen, scoort ze een driepunter. Volgende week moeten we de ingevulde scorelijst meebrengen naar het reva. Eerst maar eens het Paasweekeind vieren.

vrijdag 15 april 2011

De week van het dalletje

Zaterdag 9 april - Relaxen in de auto

Vandaag staat een retourtje Hattem op het programma. Dat komt heel gelegen, want het betekent een kleine vier uur in de auto. Lekker een filmpje kijken, even geen inspannende capriolen bij het opstaan na weer een valpartij. De reden van het autoritje is ook leuk: oma is jarig geweest en we gaan met de familie uit eten. Thuis heeft Marit een aangepaste stoel en die wordt tijdens dit dinertje wel gemist. Tot drie keer aan toe ligt Marit ineens op de grond. Het behulpzame neefje naast haar schuift zijn stoel tegen de hare aan, zodat ze niet nog eens kan vallen. Op de terugweg is het rustig op de achterbank, Marit is als eerste vertrokken.

Woensdag 13 april - Focussen is lastig

8.00 uur in de ochtend is vroeg. Zeker als je rond die tijd al op het reva moet zijn voor een pittig oefenprogramma. Marit wil graag dat ik mee naar binnen ga in de oefenzaal. Dat is nog niet zo'n gek idee. Nu kan ik eens meekijken bij het oefenen. Het is een strak programma dat afgewerkt moet worden. Series van drie keer twaalf dezelfde bewegingen. Zitten staan, zitten staan. Traptree op, traptree af. Zijwaarts een stap omhoog, en weer omlaag. Het is pittig, maar je kunt het ook saai noemen. Marit straalt aan alle kanten uit dat ze er weinig zin in heeft. Zodra ze voelt dat de fysio haar aanraakt, leunt ze accuut tegen haar aan. Zo smokkelt ze zich door de oefeningen heen. Van arrenmoede past de therapeut de oefeningen hier en daar wat aan, zodat de spieren in de linkerheup en het linkerbeen toch zo goed mogelijk getraind worden.

Oude patroontjes
We zien dat Marits bijkomende beperking de kop op steekt: ze kan zich niet goed focussen. De fysio moet er heel hard aan trekken om Marit mee te krijgen. We hebben het thuis ook gemerkt de afgelopen dagen. Als je wilt dat Marit straks op tijd klaar is met plassen en handen wassen, kun je het best al voordat je gaat koken starten met de aansporingen. Ze treuzelt en ze draalt en komt op de drie meter naar de deur wel tien interessante fruttelbezigheden tegen. Het lijkt alsof we terug in de tijd zijn. Tot pakweg een jaar geleden was dit wat we gewend waren van Marit, maar de laatste tijd ging het juist heel goed. De fysio weet het wel te verklaren. 'De botox is nu bijna twee weken geleden ingespoten, en de spieren zijn nu op z'n zwakst. Het is nu dus het zwaarst om de oefeningen goed uit te voeren. We zien het vaker dat kinderen zich dan niet goed kunnen concentreren. Ze zijn dan hangerig, grieperig in hun gedrag.'  

Pleisters plakken
Er is nog zo'n gevalletje terug in de tijd. Als Marit valt, reageert haar linkerarm trager dan handig is. Haar hand is nog niet ver genoeg open en naar beneden gericht als ze op de grond komt. De hand vangt haar niet op, maar schraapt met de linkerduim over de grond. Gisteren klapte de nagel tot bloedens toe dubbel, hetgeen bij mij een naar gevoel in de buik tot gevolg had. Logisch dat er tranen waren. Vandaag zit de schade een centimeter lager, er is een flink stuk vel af. Een grote pleister droogt ook nu de tranen. We hebben op die duim al zo vaak een pleister geplakt, maar het werd de laatste tijd wat minder. Net als de ongelukjes bij het plassen, die waren er al tijden bijna niet meer. De afgelopen week ben ik de tel echter kwijt geraakt.
Het is soms lastig te verteren dat het eerst minder moet worden, voordat het beter wordt. Eerlijk gezegd vind ik dat Marit het stevig voor de kiezen krijgt. Als ik haar uit school haal is ze helemaal op. Ze is bleek en doet bozig. Vanmiddag slaan we de dansles een keertje over.

Vrijdag 15 april - Gipswissel
'Ah, heerlijk in het water.' De gipsmeester heeft net het stinkende en zanderige gips verwijderd. Ik mag Marits voeten wassen en dat heb ik zelden met zo veel genoegen gedaan. Ik voel met haar mee hoe lekker het moet zijn om die onderbenen die een week lang strak ingepakt waren, weer vrij te kunnen bewegen. Een flinke dot schuim erop en dan afspoelen tot het laatste zandkorreltje tussen de tenen is verdwenen. Goed afdrogen en Marit is klaar voor de volgende ronde. 'Ik kan de voet nu duidelijk verder buigen dan vorige week,' meldt de fysio van het reva, die er weer bij is. Hij houdt het been en de voet stevig in een hoek van iets meer dan 90 graden en in no-time is Marits been weer blauw ingepakt.

Hernieuwde kennismaking
's Middags is het tijd voor de derde keer therapie deze week. Vandaag is het met de eerstelijns fysio, die Marit voor het laatst gezien heeft toen ze drie jaar geleden in het botoxtraject zat. 'Jeetje, wat is ze gegroeid zeg!' Om er vervolgens in straf tempo tegen aan te gaan. We hebben Marits loopfiets meegenomen en als ze in de gang heen en weer oefent, is er nog een bekend gezicht. 'Het zaterdagse meisje van de bakker' blijkt stage te lopen in deze praktijk. 'Morgen krijg je een extra groot stuk eierkoek van me, dat heb je wel verdiend.'
Inmiddels loopt het tegen tienen. Daarnet heb ik zelf ook aan de spierkracht gewerkt. Van mijn armen om precies te zijn. Manlief is de hort op, dus was ik degene die ruim twintig kilo Marit de trap af en even later weer op moest tillen. Ze sliep half, maar bleef maar huilen in bed. Zo zielig, dat ik het zelf ook niet droog hield. Nu is het rustig boven, gelukkig. 

vrijdag 8 april 2011

Gips

Vrijdag 8 april – gipspootjes

‘Ik wil blauw.’ Geen twijfel mogelijk voor Marit, het gips moet blauw worden. Meteen bij het opstaan meldt ze het nog maar een keer, voor de zekerheid. Ze weet al een tijdje dat ze een week na de prikken weer naar het ziekenhuis moet. Beide onderbenen gaan vanmorgen in het gips, om de kuitspieren goed op te rekken. Het rechterbeen komt ook in het gips om het looppatroon zo symmetrisch mogelijk te houden. Eerst is het linkerbeen aan de beurt. De gipsmeester en de gespecialiseerde fysiotherapeut die van het reva is meegekomen, moeten flink duwen om de voet in de gewenste 90-graden stand te krijgen. ‘De voet is nog steeds erg stug,’ is de conclusie. En dat bevestigt eerlijk gezegd wat ikzelf ook vond. Het spectaculaire effect van drie jaar geleden hebben we dit keer niet gezien. Manlief vroeg vandaag hardop wat ik nog niet uit wilde spreken: ‘Heeft hij er wel genoeg ingespoten?’ Voorlopig gewoon geduldig afwachten is het devies. Het gips wordt over een week ververst en dan zullen we zien hoe het met de soepelheid gesteld is. Marit ondergaat het duw- en trekwerk rustig. Ook als de enorme schaar er aan te pas komt en de gipsmeester grapt dat hij na het knippen zal controleren hoeveel tenen ze nog overheeft, vertrekt ze geen spier. De bikkel.


Met papa op de bank

De school is al lang begonnen als we klaar zijn in het ziekenhuis. Marit is wel gewend later te starten op school, en normaalgesproken gaat ze na de kus bij de deur in haar eentje naar de klas. Maar vandaag  kan ze wel een handje gebruiken, het lopen gaat nog wat wiebelig. Met de duimen omhoog nemen we afscheid in de deuropening van de klas. Ik ga snel weer naar buiten, Marit verwacht nog een laatste vliegkus en zwaai door het raam. Ai, daar kukelt ze van het bankje af. Ik hoor haar hard huilen, maar ik weet ook dat de juf haar goed kan troosten. Hup, naar huis dus.
Het is heerlijk weer en ’s middags is de speeltuin de enige optie. Ook voor Marit, gips of geen gips. Twee grote sokken van papa eromheen, de gipssandaaltjes aan en daar gaat ze. Zelfs op de fiets redt ze zich aardig. Het eerste blokje om in de buurt –heel stoer, helemaal alleen- gaat prima. Maar na het tweede rondje zijn er tranen. Ze was gevallen en kreeg de fiets niet meer overeind. De papa van een vriendinnetje moest er aan te pas komen.
Nu is het tien uur ’s avonds en zit Marit midden in haar eerste dip. Het gips jeukt en ze kan niet lekker liggen. Ik heb daarnet een huilend hoopje ellende de trap af gedragen dat nu samen met papa op de grote bank ligt. ‘Het gips moet eraf, ik wil naar mama’ piept ze tussen de snikken door. Hoog tijd om te stoppen met typen.

Begin van de therapie

 
Maandag 4 april – oefenen, oefenen, oefenen

Dag vier na de botox. Verbeeld ik het me of gaat de voetspalk (Enkel Voet Orthese) vanmorgen echt makkelijker aan? De laatste tijd moesten we serieus kracht zetten om de enkel zo ver te buigen dat onderbeen en voet haaks genoeg staan om er in te kunnen. Drie jaar geleden heeft Marit ook botox gehad en toen zagen we op dag twee al heel duidelijk verschil, met een hak die de grond raakte, in plaats van alleen de tenen.
Dit keer is Marit een stuk ouder en maakt ze het veel bewuster mee allemaal. We hebben haar verteld dat het in het begin heel vreemd zal zijn en dat veel dingen een poosje wat moeilijker zullen gaan. Traplopen bijvoorbeeld, zelf de jas uittrekken, de stiftendoos naar de tafel dragen. Sinds de injecties kijk ik elke ochtend met spanning hoe Marit uit bed komt. Zakt ze door haar been, verliest ze haar evenwicht bij het opstaan? En ik zorg dat ik achterstevoren de trap met haar afga zodat ik een hand kan geven. Maar vooralsnog lijkt het effect zich dit keer wat geleidelijker te manifesteren, en gaan de meeste dingen zoals we gewend zijn.

Fietsen zonder zijwielen
Vandaag is dag één van de periode van intensieve therapie. Twee keer in de week om acht uur op het revalidatiecentrum zijn voor anderhalf uur oefenen. (Even tussendoor: voor Marit was revalidatiecentrum zo’n mond vol toen ze er als meisje van twee voor het eerst kwam, dat we het inkortten tot reva. Inmiddels is die term bij ons thuis zo ingeburgerd, dat ik hem op deze plek ook maar gebruik). Therapie op het reva dus. Eerst drie kwartier fysiotherapie en daarna de ergo. En een keer in de week nog een uur met een eerstelijns fysiotherapeut. Hoog op Marits verlanglijstje staat fietsen zonder zijwielen. Bij het ene na het andere klasgenootje gingen de zijwielen eraf. En sinds kort zelfs bij zuslief die twee jaar jonger is. Daarom komt de eerstelijns fysio Marit op vrijdag van huis halen om op de fiets naar de praktijk te gaan. Die is heel dicht bij school, dus na het oefenen brengt de therapeut Marit naar school. Da's handig. En het compenseert wat van de tijd die we er als ouders in steken op de dagen dat we naar het revalidatiecentrum moeten. We hebben al een paar keer gepuzzeld op het handigste schema, maar met nog twee andere kinderen - waarvan een op school en de andere nog niet- geen opa's en oma's naast de deur en wel allebei een baan is het nog niet zo eenvoudig.

Dagboekje bijhouden
Alhoewel, soms kunnen dingen ook heel simpel zijn. Ik zit nu in de wachtruimte op het reva dit stukje te typen. Zo kan ik de tijd toch een beetje nuttig besteden. Ik kom de wachttijd sowieso altijd wel goed door. Het is een mooie gelegenheid om even niets te doen, op adem te komen met een tijdschriftje. Of een praatje te maken met een van de andere ouders. We komen inmiddels ruim vier jaar meerdere keren per week op het reva dus we hebben er wel wat bekenden.
Maar een blik op de klok leert dat ik nu moet afsluiten, wil ik nog tijd genoeg hebben voor het invullen van het tijd- en kostendagboekje van SPACE BOP. Om goed zicht te krijgen op de investeringen van de ouders qua gemiste werkuren, kosten voor vervoer, oppas voor de andere kinderen en dat soort zaken houden we een dagboekje bij. We vermelden daarin ook wat het voor Marit betekent in de zin van gemiste schooluren, feestjes, zwemlessen etc. Het is nog best een klusje, maar het is zinnig dat het in kaart gebracht wordt. Dat ga ik dus even doen.



vrijdag 1 april 2011

1 april - goeie grap

Vrijdag 1 april. Vandaag wordt er met onze dochter Marit (net 6) een goeie grap uitgehaald. Ze krijgt injecties met Botuline toxine. De revalidatiearts spuit het vanmiddag in de spieren van Marits arm, heup en been. Marit heeft sinds haar geboorte Cerebrale Parese, unilateraal beeld links. In de volksmond noemen we dat spastisch aan een kant, in dit geval links. De Botox zorgt ervoor dat de te hoge spierspanning afneemt. Dat geeft de mogelijkheid om de spieren die anders alleen maar verkrampt zijn, op een meer effectieve manier in te zetten. Dat gaat niet vanzelf, daarvoor moet Marit de komende maanden veel en vaak oefenen met de fysio- en de ergotherapeut.

Geen koekjes
Later meer daarover, eerst maar eens vanmiddag goed doorstaan. Ik ga de spulletjes zo bij elkaar zoeken; een leesboekje, fototoestel en de lievelingsknuffel. Dan Marit van school ophalen en meteen door naar het ziekenhuis. Boterhammen eten hoeft ze niet, want de injecties worden onder narcose gegeven. 'Wel jammer, op vrijdagmorgen mag er altijd iemand koekjes meenemen, en nu mag ik die niet eten.' Dat was tot nog toe van het hele gebeuren het belangrijkste item voor Marit. Hoewel, ze heeft al wel een paar dagen buikpijn bij het opstaan. Toch wat zenuwen?

Even slapen
'Blaas het vieze luchtje maar weg, welterusten Marit.' En vertrokken was ze. Het zag er best even akelig uit, die wegdraaiende oogjes en het trekken met de armen. Op dit moment worden de prikken gezet. Over een uurtje is het gepiept en wordt ze wakker op de uitslaapkamer. So far so good; Marit was van te voren wel zenuwachtig, maar ook superlief. Netjes de dokter en de verpleegkundigen een handje geven. Gezellig bij mama op schoot een boekje lezen, en toen het tijd werd voor de ziekenhuispyjama was het enige commentaar: 'Cool, een schort!' De dikke zetpil was niet fijn, maar hij zat er zo in. Met het bed op wielen door de gangen scheuren was leuk. Daarna mama een gek blauw pak aan en een mutsje op. In de operatiekamer stond de dokter al klaar. Ik zag de spuiten liggen, flinke jongens. Hoog tijd voor een bakkie thee, even op adem komen.

Snurken en gapen
Het tweede kopje is nog niet leeg of ik mag al mee naar de uitslaapkamer. Marit is nog in diepe rust. Een minuut of wat later begint ze wat te snurken en te woelen. Nog weer een poosje later volgt er een grote gaap. En weer diepe rust, opnieuw gevolgd door een grote gaap. Het wakker worden kost grote moeite, maar als ze eenmaal goed wakker is, wil ze ook meteen naar huis. Maar zo ver is het nog niet, eerst nog terug naar de kinderafdeling om een ijsje te eten en wat soepstengels met chocopasta te smikkelen. Marit is nog wat stilletjes, maar ze is helder en niet misselijk. Tijd om naar huis te gaan.

Naar de speeltuin
Bijna thuis zien we papa, zusje en broertje in de speeltuin. 'Ik wil ook naar de speeltuin!', en ze rent ernaartoe. Nu nog op haar eigen asymmetrische manier, knie wat naar buiten en alleen op de tenen. Spannend hoe dat er over een paar weken uit zal zien. We zijn voorbereid op een paar lastige weken, omdat de spieren in het begin juist slap en onwennig aanvoelen. Nu,  op dag één is daar nog niets van te merken. Dus speelt Marit het verhaal gezellig na met haar zusje. Die moet eerst het meegekregen narcosekapje op en krijgt dan een hele hoop prikken. Bij het aantrekken van de pyjama tellen we de echte prikken bij Marit, heel kleine wondjes zijn het. Hier vier, daar drie. 'O, kijk eens, hier aan de achterkant ook nog een paar. En hier. En hier. ' Het is een zoekplaatje, alles bij elkaar komen we op een stuk of twintig prikken. Vandaag extra veel kusjes, en nóg een keer vertellen hoe goed ze het heeft gedaan en hoe trots ik op haar ben. En dan 'welterusten, tot morgen.'