maandag 14 november 2011

Vrolijke Marit!?

De afgelopen week was weer eens een week vol gesprekken. Het begon op maandag met een bezoek van Marit aan de revalidatiearts, ter voorbereiding op het multisciplinaire overleg (MDO) op het reva. Dat MDO is twee of drie keer per jaar, en dan zit iedereen van het Reva die betrokken is bij Marit tegelijk aan tafel.
Omdat de revalidatiearts Marit niet zo vaak ziet, is zo'n bezoekje voorafgaand aan het MDO wel nuttig. In de wachtkamer hadden Marit en ik het over het fietsen. Een tijdje terug leek het dat Marit vrede heeft met het idee van een driewieler. 'Dus je wilt wel een driewieler?' vraag ik voor de zekerheid. 'Nee, ik wil een gewone fiets met zijwielen,' is het antwoord nu. Ai. 'Waarom dan?' 'Omdat ik dan tenminste niet zo uitgelachen wordt op het schoolplein.' En net op dat moment gaat de deur open.

Meedoen
'Kom maar binnen Marit,' verwelkomt de arts ons. Na een kort gesprekje met de arts gaat Marit aan de slag in de speelhoek. Als het onderwerp fietsen aan de beurt is, vertel ik van ons gesprekje in de wachtruimte. De arts betrekt Marit meteen weer bij het gesprek. 'Denk je dat je uitgelachen wordt als je een driewieler hebt?' Er volgt een beslist antwoord: 'Ja, ze lachen me nu soms ook al uit omdat ik nog steeds zijwielen heb.' De arts vraagt nog wat door en Marit vertelt dat ze soms niet mee mag doen met de andere kinderen. 'Dan zeggen ze dat ik niet kan rennen omdat ik een moeilijk been heb. Maar ik kan best wel rennen hoor!' Mijn moederhart bonkt in mijn keel, maar de arts heeft dit wel vaker aan de hand gehad. 'Nou Marit, ik vind het heel knap dat je dit vertelt hoor!' En met een vrolijke glimlach gaat Marit verder met waar ze mee bezig is.

Tien minuten
De eerste drie maanden in groep drie zitten erop, tijd voor het eerste tien minutengesprek met de juf. De tien minuten duren ongeveer drie kwartier, maar dat geeft niet. De juf vertelt dat het goed gaat op school. Marit doet goed haar best en is erg vrolijk. Dat klinkt goed. Marit heeft haar werkjes niet altijd op tijd af, maar dat is niet erg, de juf past de hoeveelheid taakjes gewoon aan. Dat klinkt geruststellend. Even later vertelt ze dat Marit wat minder dan gemiddeld scoort in de omgang met andere kinderen. Ik moet wat doorvragen, maar het komt erop neer dat Marit heel veel met Sophie optrekt, en verder eigenlijk nauwelijks met de andere kinderen. Dat klinkt niet zo goed. En ik hoor er ook van op, want na schooltijd spreekt ze bijna nooit af met Sophie, en juist wel geregeld met andere meisjes. Toen Sophie laatst toch een keer bij ons was, viel me wel op hoe goed zij wist te vertellen wat er met Marit aan de hand is.

Moeders onder elkaar
Als ik de moeder van Sophie de volgende morgen op het schoolplein tref, begin ik er over. 'Wat leuk he, dat Marit en Sophie zo veel met elkaar optrekken?' 'Ja', beaamt ze. 'En Sophie vindt het ook echt leuk hoor. Ze zei laatst wel een keer dat Marit anders helemaal niemand heeft om mee te spelen, maar meteen daarna zei ze dat ze het gewoon gezellig vindt met Marit.' We keuvelen nog wat verder en na een enthousiast bedoeld 'Leuk!' fiets ik naar huis. Onderweg vraag ik me af wat ik nou eigenlijk zo 'leuk' vindt aan het feit dat er één meisje is dat zich ontfermt over Marit.

En nog eens tien minuten
Later op de dag van het gesprek met de juf, zitten Marit en ik weer in een wachtruimte. Dit keer van de kinderarts, die Marit sinds haar babytijd onder behandeling heeft en die haar nog steeds een keer per jaar wil zien. Tijdens die bezoekjes toont hij zich altijd verheugd over hoe het met Marit gaat. 'Goh, ik moet je zeggen dat ik dit niet echt verwacht had toen ze zo klein was. De MRI's tonen toch behoorlijke beschadigingen in de hersenen', is er een die ik niet zo snel zal vergeten. 'Ze is echt helemaal opgebloeid he?' constateerde hij dit keer. En met Marit maakte hij de grootste lol toen zij uit een hele reeks van uitwerpselen de drol moest kiezen die het meest op die van Marit leek. Dit bezoekje duurde daadwerkelijk ongeveer tien minuten. Maar omdat we erg lang hadden moeten wachten, moest ik na de tijd hard fietsen om het begin van het Sinterklaasjournaal te halen. Vanaf het achterstoeltje klonk de vrolijke spanning door het keihard gezongen zie de maan schijnt door de bomen.

MDO
Vanmiddag was het MDO. Aan tafel de revalidatiearts, de fysio, de ergo en de orthopedagoog van het reva en verder ook de ambulant begeleider die Marit -en de juf- op school begeleidt. Er blijken speciale zijwielen te bestaan, die voor grotere fietsen bestemd zijn en grotere krachten aan kunnen. De fysio gaat er achterheen. Ik ben benieuwd. Verder hebben we de conclusie getrokken dat er een therapiestop ingelast wordt. Het gaat goed met Marit. Ze kan heel netjes lopen, zo laat ze zien als ze goed haar best doet. Na de stop gaat ze oefenen bij een nieuwe fysio. Twan en ik hebben een tijdje nodig gehad om aan dat idee te wennen, want de huidige fysio oefent al met Marit sinds ze net twee was. Maar de chemie is een beetje uitgewerkt tussen die twee en we hopen dat een frisse nieuwe start straks de therapiemoeheid van de laatste tijd zal doen vergeten. En ook de ergo durft Marit een tijdje los te laten, zeker nadat ze vorige week op school is geweest en daar heeft gezien hoe betrokken en professioneel de juf de extra begeleiding van Marit invult. Goed nieuws dus.

Eén op één
Maar vanmiddag kwam ook opnieuw de omgang met andere kinderen aan bod. 'Marit is over het algemeen heel vrolijk, maar dat ze soms buitengesloten wordt, dat moet haar toch raken', zeg ik. De orthopedagoog beaamt het. We spreken af dat ze binnenkort eens spelenderwijs met Marit gaat praten. Ze wil op die manier inschatten of een één op één trajectje met Marit waardevol kan zijn. Om Marit te leren hoe ze om kan gaan met de teleurstellingen die ze door haar beperkingen tegenkomt. Want Marit lijkt vooralsnog heel veel weg te kunnen lachen, maar soms is ze toch ineens intens verdrietig. Of is ze uit het niets buiten zinnen van boosheid vanwege een kleinigheidje.
Vanmorgen was trouwens heel typerend voor hoe Marit is. 'Ik wil niet naar school', zo begint Marit de dag. 'Want we hebben nu een sinterklaashoek, en daar mag je alleen in als je werk af is. Maar ik heb mijn werk bijna nooit op tijd af, dus dan mag ik er nooit in', vervolgt ze knorrig.' Ik ben nog op zoek naar opbeurende woorden als Marit over iets anders begint. Om vervolgens zonder morren aan te kleden en boterhammen te eten en daarna in de bakfiets luidkeels sinterklaasliedjes te zingen. Hoe zo, ik wil niet naar school? Vrolijke Marit!