maandag 20 februari 2012

Passend Onderwijs - waar blijft de expertise

Het gaat goed op school met Marit. Dat heeft ze natuurlijk aan zichzelf te danken, maar zeker ook aan haar rugzak. Sinds ze na haar vierde verjaardag startte op de reguliere buurtschool, heeft ze extra ondersteuning kunnen krijgen dankzij deze leerling gebonden financiering. Ik vind het spannend hoe het met die extra ondersteuning zal gaan als vanaf 2012 -na de eerstvolgende schoolvakantie!- Passend Onderwijs ingevoerd wordt.

Oefenjuffen
Ik de kleuterklassen kreeg Marit de extra ondersteuning met name bij het oefenen met tweehandige vaardigheden. Een paar keer per week kwam er een extra juf in de klas om met Marit te knutselen. Als we hadden gewild, hing ons hele huis nu vol met knopenslingers, zeepjeskettingen en muizetrapjes.
Het eerste jaar was Marit nog niet zo op haar plek in de klas. We hebben in die tijd veel gehad aan de hulp van de ambulante begeleider. Zij bracht de juf in contact met de orthopedagoog van het revalidatiecentrum. Zij praatte de juf bij over Marits beperkingen; naast de CP zaten de ADD en de problemen met de executieve functies Marit danig in de weg. Zij zorgde ervoor dat alle betrokkenen zo veel mogelijk dezelfde aanpak volgden.

Rekenen
Marit zit nu in groep 3. Nu gaat ze voor het echie. Dat het tot nu toe goed gaat, is niet zomaar vanzelf. Marits klas verkeert in de luxe positie dat er vier dagen per week een vierdejaars PABO-student is. Dus de eigenlijke juf kan heel veel in kleine groepjes doen. Marits tafel is vorige week naast de tafel van de juf gezet. Dat is wel zo makkelijk, aangezien ze bij schrijven en rekenen vaak bij de juf aan tafel werkt. Dankzij de extra inspanningen van de juf is Marit nog op gemiddeld niveau met rekenen. En het aantal keren dat ze cijfers en letters omdraait, blijft binnen de perken door de extra ogen die meekijken. Marit speelt tegenwoordig twee keer per week in een klein groepje onder begeleiding buiten. Ze doen spelletjes waarbij het niet uitmaakt dat je fysiek niet zo sterk bent. Dit om het buitenspelen voor Marit leuk te maken en andere kinderen te leren dat je ook buiten kunt spelen zonder te rennen en te vliegen. Bij de gymles is er een extra juf voor Marit. Toen die laatst een paar keer niet kon, kon Marit niet meegymmen. Nu Passend Onderwijs er aan zit te komen, ben ik me zeer bewust van de waarde van de extra ondersteuning die er nu is.

Onzekerheid
Laatst hadden we groot overleg over Marit. Zo'n overleg is er drie keer per jaar en het is met de leerkracht, de intern begeleider van school, de ambulant begeleider, eventueel een therapeut van het revalidatiecentrum en ons als ouders. Het ging dit keer onder meer over de herindicatie voor de rugzak. Of die herindiactie er komt, daar maak ik me geen zorgen om, die komt er wel. Maar ik vroeg me hardop af wat die indicatie waard blijkt te zijn in de toekomst van Passend Onderwijs. De ambulant begeleider probeerde ons gerust te stellen; het lijkt erop dat er in de toekomst naar 'zorgbreedte en zorgdiepte' gekeken gaat worden. En dan zou het voor Marit qua ondersteuning wel gunstig uit kunnen pakken. De Intern Begeleider durfde geen uitspraken in die richting te doen. Ik maak me zorgen. En ik ben blij dat we bij een volgend groot overleg het onderwerp 'passend onderwijs in relatie tot het specifieke geval Marit' op de agenda hebben gezet. Dat lijkt me de slimste aanpak: als ouders en schoolbegeleiders samen een sterk stuk formuleren op basis waarvan het samenwerkingsverband je kind de ondersteuning toekent die het nodig heeft.

Aanprijzen
Maar voorlopig ben ik nog niet overtuigd van een goede afloop. Ik doe mijn best te geloven in de goede bedoelingen van onderwijsminister Van Bijsterveldt. 'Het kabinet wil dat leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beter worden geholpen', zo opent de pagina over passend onderwijs op de website van het ministerie veelbelovend. Om een stukje verderop 'te grote groei aantal rugzakken, fors gestegen kosten en te veel bureaucratie', als belangrijkste redenen voor de invoering op te sommen. Dus het gaat gewoon om bezuinigingen. Daar kan ik inkomen, dat er bezuinigd moet worden. Maar als je dat dan met het etiket van betere hulp voor zorgleerlingen aan gaat prijzen, dan verlies je bij mij je geloofwaardigheid.

Passend Onderwijs?
En ik moet denken aan al die andere Marits, die nu zo goed als mogelijk gedijen in het reguliere onderwijs. Mét extra handen in de klas, mét extra expertise dankzij de ambulante begeleiding. Hoe zal het met hen gaan als dat straks niet meer gegarandeerd is? Ik denk ook aan al die kinderen die nu nog op het speciaal onderwijs zitten maar waar die in de toekomst ook op de reguliere school terecht moeten kunnen. Zonder de garantie van voldoende extra handen en handicapspecifieke kennis in de klas. Niemand weet nog precies hoe Passend Onderwijs er precies uit komt te zien. Maar feit is wel dat de leerkrachten het steeds zwaarder krijgen: meer zorgleerlingen met minder middelen. Ga er maar aan staan!

vrijdag 20 januari 2012

Kleine dingen


Het Space Bop programma is voor Marit helemaal afgelopen. Maar het onderszoektraject loopt nog door. Er zijn nog steeds kinderen nodig die mee willen doen. Het gaat om kinderen met CP in de basisschoolleeftijd. Voor meer informatie kun je ook elders op de site van de BOSK kijken of op de site van Space Bop zelf. Pas als er genoeg kinderen meegedaan hebben, kunnen de onderzoekers het wetenschappelijke antwoord geven op de vraag of Botox-injecties in combinatie met intensieve therapie een groter effect heeft dan intensieve therapie alleen.

Therapiestop
Vlak voor de kerstvakantie had Marit voorlopig voor het laatst fysio- en ergotherapie op het revalidatiecentrum. Wat een weelde voor ons, wat een relaxte woensdagmorgen. Niet meer haasten om Marit stipt om acht uur in de wachtruimte te hebben, en vervolgens het schema van Jasmijn naar school brengen, snel Marit ophalen bij het reva en dan die daarna naar school. We waren gewend aan een logistieke ronde van ongeveer twee uur. Nu is dat nog maar een minuut of twintig; alleen één keer heen en weer naar school. Dat betekent veel extra tijd voor mij en Gijs samen. Nu kunnen we uitgebreid puzzeltjes maken en kleurenspelletjes spelen. 'Ik wil ook een blauwe lepel', zo verbaasde hij Twan gisteren; pure winst voor zijn ontwikkeling dankzij Marits therapiestop.

Vergeten
Ook Marit gedijt goed bij de stop. Over het algemeen is ze heel gezellig en ontspannen. Soms vergeten we bijna dat ze haar beperkingen heeft. Afgelopen zondag bijvoorbeeld. Ik liep met de meiden door een volle kerk op zoek naar een plekje om naar het harmonieconcert van een buurjongetje te luisteren. Normaalgesproken ben ik me in zulke situaties altijd erg bewust van Marits manier van lopen. Ik loop er dan naast met een verwarrend soort trots. Trots, omdat ze misschien niet helemaal vlekkeloos loopt, maar ze doet het toch maar mooi allemaal.

Ongegeneerd
Toen het ons gelukt was een plekje te bemachtigen in de kerk, zaten we gezellig met zijn drieën wat te kletsen. En ik realiseerde me ineens dat ik me helemaal niet had afgevraagd of de mensen in de kerk de EVO van Marit hadden gezien, en of ze gezien hadden dat ze moeilijk loopt. Ik moest er zowaar bijna om glimlachen. Toen de meiden enthousiast mee swingden met het openingsnummer, moest ik zelfs even slikken van tevredenheid.
Tot ik de buurvrouw van Marit in de gaten kreeg. Verbeelde ik het me? Zat die nou Marits hand te bestuderen? Ik hield het even een in de gaten. En ja hoor: ongegeneerd zat ze te bekijken hoe Marit het programmablaadje moeizaam omdraaide.

Kleine dingen
Het zijn van die kleine dingen, die onbezorgde momenten soms dreigen te verstoren. Zoals twee weken geleden, toen we naar de bibliotheek gingen. Het was een klein stukje lopen van de bakfiets naar de ingang. Marit huppelde op haar manier naar de deur. Niets aan de hand. Tot die langs wandelende mevrouw naar Marit keek. En bleef kijken, ook al had ze Marit al ingehaald. En zelfs een keer wat misprijzend achterom keek. Het was maar goed dat het bij één keer omkijken bleef, want anders had ze gezien dat Marit nog struikelde ook. 'Dat je zo’n kind zomaar op het randje van de stoep laat huppelen. Slechte moeder!' zou er dan vast op haar voorhoofd gestaan hebben.