vrijdag 22 april 2011

Bikkel Marit

Dinsdag 19 april - Schoolreisje

De kleuters hebben zich eerst verzameld in hun klas en komen nu twee-aan-twee naar buiten. Er staat een haag van uitzwaaiende ouders en iedereen probeert z'n eigen kind te spotten. Ik word geholpen door een collectief 'ahhh'. Er is er eentje gevallen van het afstapje. Dat kan niet missen: het is Marit. Het is net te ver om er in een seconde bij te zijn. De klassemoeder heeft Marit vandaag onder haar hoede en ik zie dat die haar overeind helpt. Kan ik toch snel het klassieke plaatje schieten. Ik ken onze Marit, die staat er gewoon lachend op. Negen van de tien keer geeft ze geen krimp na een valpartij.
We lopen samen naar de bus, zodat ik de buggy in de bagageruimte kan leggen. Het schoolreisje gaat naar Plaswijck, een uitgestrekt park met dieren-, verkeers- en speeltuin. Als Marit zittend van het ene deel naar het andere deel kan, houdt ze het net wat langer vol allemaal.

Ontroerend lief
Verschillende moeders spreken me aan. 'Ze houdt zich kranig zeg,' en 'Nou, ik had het haar niet nagedaan. Met twee benen in het gips met die warmte, en dan toch zo vrolijk zijn.' Het is fijn om te merken dat er meegeleefd wordt met Marit. En het is ook fijn om bevestigd te krijgen dat onze dochter zo'n bikkel is. Een paar dagen later vraagt een moeder of Marit al veel kaartjes heeft gekregen. Nou nee, afgezien van de twee kaartjes van oma heeft ze geen kaartjes gekregen. 'Is dat de bedoeling dan, hoort het zo te zijn dat ze veel kaartjes krijgt?' schiet er door me heen en ik mompel 'mwoh, gaat wel.' Even later begint het me te dagen, als de moeder er aan toevoegt: 'Oh, ze heeft het mailtje blijkbaar niet naar jou gestuurd'. En als er later die middag een kaartje van een klasgenootje waar Marit eigenlijk nooit mee omgaat op de mat ligt, weet ik het zeker. Die 'ze' is de klassemoeder van het schoolreisje. Wat ontzettend attent, ik moet even wat wegslikken.

Zomer in april
Het is een prachtige dag en om half vier spuugt de bus een lading roodverbrande, stoffige kleuters uit. 'Ik wil afspreken,' roept een vriendinnetje dat blijkbaar nog energie over heeft. Gelukkig reageert Marit niet meteen, zodat ik snel kan zeggen dat we dat vanmiddag niet meer doen. Met twee uitgetelde dochters in de bak fiets ik naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum. Met z'n drietjes een ijsje eten lijkt me het hoogst haalbare voor de rest van de middag. De meiden zitten smikkelend naast elkaar. Het is nog steeds behoorlijk warm en het stof aan de handen verandert in no-time in een kleverige massa. De vieze haren hangen in slierten voor de ogen en Marit zit tegen haar zusje aan gezakt. Innig tevreden zijn ze, en ik geniet met ze mee.

Donderdag 21 april - Bloody mess

Ik sta net te douchen als ik een gil uit Marits kamer hoor, gevolgd door hard gehuil. Dit klinkt ernstig, hier lijkt echt iets aan de hand. Manlief gaat er heen, maar het huilen houdt aan. Marit was uit bed gekomen, kon de gipsschoenen niet goed aan krijgen en viel met haar neus tegen het kastje. Een flinke bloedneus is het gevolg. In de paar seconden tussen het begin van het bloeden en het moment dat papa binnenkomt, is Marit diagonaal de kamer overgestoken. Dat kun je zien aan het bloedspoor. Van het kastje, over het vloerkleed, naar de deur. Hoe het kan dat die deur ook helemaal onder de bloedspetters zit is me een raadsel. Inmiddels is Marit van de schrik bekomen. Onder het ontbijt zorgt ze er voor dat de zakdoek in de buurt blijft. 'Ik voel nog dat er iets nats in mijn neus zit, en het is geen snot.'

Vrijdag 22 april - Vol programma

Vandaag weer naar het ziekenhuis. Voorlopig voor de laatste keer als het goed is. Zusje, Marit en ik gaan de grote draaideur door en de dames lopen automatisch de goede kant op. Ze weten de gipskamer inmiddels feilloos te vinden. Even het gips eraf en een nachtspalkje maken, dat is zo gepiept. Dat dacht ik, toen ik voor een uur later de afspraak met de fysio in mijn agenda schreef. 'Het moet lukken dat ik tussendoor even langs huis ga en broertje oppik, zodat papa kan werken en ik met de beide kleintjes boodschappen kan doen als Marit aan het oefenen is.' Maar dat bleek iets te optimistisch gedacht. We sjesen rechtstreeks van het ziekenhuis naar de fysio, maar zijn toch vijf minuten te laat. We zien het vorige klantje naar buiten komen; dat blijkt een vriendinnetje dat ongeveer naast de praktijk woont. Als ik Marit een uurtje later ophaal, bellen we aan bij het meisje. Ze gaat gezellig mee naar de speeltuin. We picknicken daar ook, met een vriendin van mij en haar kids. Terwijl we zitten te eten komt de oppas van een buurmeisje vragen of de meiden in het zwembadje komen spelen. Dat kan wel even, maar niet te lang. Want later vanmiddag staat er nog zwemles gepland. Hoe zo, vol programma vandaag?

Het journaal met Rob

We hebben een traditie uit de vorige botoxperiode in ere hersteld. Marit mag meekijken naar het acht uur journaal. De vorige keer was ze net drie, en ze kon toen feilloos de namen opnoemen van de hoofdpersonen: 'Sacha' (De Boer), 'Jan Peter' (Balkenende) en 'Erwin' (Kroll). Over een paar dagen kent ze Rob Trip, Mark Rutte en ongetwijfeld ook president Assad. Het is niet dat we willen dat ze nu al alle narigheid van de wereld meekrijgt, maar het is eigenlijk het enige moment van de dag waarop we standaard een half uur lang stil kunnen zitten. En dat moet Marit, met de rug tegen de bank en de benen recht en gespreid. Zo worden de hamstrings goed opgerekt. Dat is het huiswerk van de fysio, samen met de opdracht om op de buik liggend de spieren langs de heup te rekken. Van de ergo hebben we een leuk spel meegekregen: een mini-paas-basket-variant. Als Marit het voor elkaar krijgt met de moeilijke hand het ei in het hoogste mandje te krijgen, scoort ze een driepunter. Volgende week moeten we de ingevulde scorelijst meebrengen naar het reva. Eerst maar eens het Paasweekeind vieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten