vrijdag 8 april 2011

Gips

Vrijdag 8 april – gipspootjes

‘Ik wil blauw.’ Geen twijfel mogelijk voor Marit, het gips moet blauw worden. Meteen bij het opstaan meldt ze het nog maar een keer, voor de zekerheid. Ze weet al een tijdje dat ze een week na de prikken weer naar het ziekenhuis moet. Beide onderbenen gaan vanmorgen in het gips, om de kuitspieren goed op te rekken. Het rechterbeen komt ook in het gips om het looppatroon zo symmetrisch mogelijk te houden. Eerst is het linkerbeen aan de beurt. De gipsmeester en de gespecialiseerde fysiotherapeut die van het reva is meegekomen, moeten flink duwen om de voet in de gewenste 90-graden stand te krijgen. ‘De voet is nog steeds erg stug,’ is de conclusie. En dat bevestigt eerlijk gezegd wat ikzelf ook vond. Het spectaculaire effect van drie jaar geleden hebben we dit keer niet gezien. Manlief vroeg vandaag hardop wat ik nog niet uit wilde spreken: ‘Heeft hij er wel genoeg ingespoten?’ Voorlopig gewoon geduldig afwachten is het devies. Het gips wordt over een week ververst en dan zullen we zien hoe het met de soepelheid gesteld is. Marit ondergaat het duw- en trekwerk rustig. Ook als de enorme schaar er aan te pas komt en de gipsmeester grapt dat hij na het knippen zal controleren hoeveel tenen ze nog overheeft, vertrekt ze geen spier. De bikkel.


Met papa op de bank

De school is al lang begonnen als we klaar zijn in het ziekenhuis. Marit is wel gewend later te starten op school, en normaalgesproken gaat ze na de kus bij de deur in haar eentje naar de klas. Maar vandaag  kan ze wel een handje gebruiken, het lopen gaat nog wat wiebelig. Met de duimen omhoog nemen we afscheid in de deuropening van de klas. Ik ga snel weer naar buiten, Marit verwacht nog een laatste vliegkus en zwaai door het raam. Ai, daar kukelt ze van het bankje af. Ik hoor haar hard huilen, maar ik weet ook dat de juf haar goed kan troosten. Hup, naar huis dus.
Het is heerlijk weer en ’s middags is de speeltuin de enige optie. Ook voor Marit, gips of geen gips. Twee grote sokken van papa eromheen, de gipssandaaltjes aan en daar gaat ze. Zelfs op de fiets redt ze zich aardig. Het eerste blokje om in de buurt –heel stoer, helemaal alleen- gaat prima. Maar na het tweede rondje zijn er tranen. Ze was gevallen en kreeg de fiets niet meer overeind. De papa van een vriendinnetje moest er aan te pas komen.
Nu is het tien uur ’s avonds en zit Marit midden in haar eerste dip. Het gips jeukt en ze kan niet lekker liggen. Ik heb daarnet een huilend hoopje ellende de trap af gedragen dat nu samen met papa op de grote bank ligt. ‘Het gips moet eraf, ik wil naar mama’ piept ze tussen de snikken door. Hoog tijd om te stoppen met typen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten