maandag 12 september 2011

De Medanje is binnen

Wonderlijk toch, dat kinderen de eerste jaren stuk voor stuk Medanje zeggen. Maakt niet uit, ze zijn binnen! De eerste dag heeft Twan met ze meegelopen. In twee delen hebben ze toen ongeveer een kilometer gelopen. Kleddernat kwamen ze thuis, maar apetrots.

IJsjes in de regen
Op dag twee was ik aan de beurt. Opnieuw een regenachtige dag. De meiden vonden het raar dat de route niet langs ons huis liep, ze begrepen het nog niet helemaal. Bij Marit leidde dat even tot een crisis omdat ze niet kon vatten hoe we het dan moesten aanpakken. 'Maar ik snap het niet! Hoezo gaan we pauze houden en de rest niet?! Hoe kan dat dan dat we de rest later weer zien? Ik snap het niet! ik doe niet meer mee!' En zo ging het nog een tijdje door. Tot we de routekaart erbij pakten en nog eens uitlegden dat wij bij dat ene kruispunt naar links zouden gaan, en dat de rest eerst naar rechts zou gaan en dan met een hele grote omweg op het punt waar wij al lang zaten te wachten uit zou komen.
Net toen onze billen doorweekt raakten van het pauzebankje, verschenen de voorste lopers in beeld. 'He, ze hebben allemaal een ijsje! Da's niet eerlijk.' Gelukkig liep de chef-avondvierdaagse-juf die ons van te voren de routes had gegeven voorop. Dankzij haar kordate 'haal snel nog even twee ijsjes' en Marits kleuterjuf die op de fiets terugsprintte naar de sponsorende frietkraam, was het probleem in no-time opgelost. Het ijsje maakte het er praktisch gezien niet makkelijker op om het tempo bij te houden, maar voor de spirit werkte het des te beter. We hebben zo'n anderhalve kilometer gelopen.

We zijn d'r bijna
Op dag drie hetzelfde recept als de dag ervoor. Ook weer een stukje van de route afgesneden, en daardoor wel samen met de rest gestart en gearriveerd. Enige nadeel was  dat we de stempelpost halverwege misten. Dat was op zich geen punt, want we kregen zonder er zelfs maar om te hoeven vragen de misgelopen stempel aan het einde erbij. Maar de dames hadden ontdekt dat bij de stempelpost ook rolletjes Mentos werden uitgedeeld. Ach ja, dan maar wat extra snoepjes in de rugzak voor onderweg. Daar ga je als moeder met je maximaal twee snoepjes per dag...
Net als de vorige dag werkte Marits klasgenootje Sophie als een rode lap op een stier. Steeds zakte Marit een beetje weg, kon ze het tempo net niet bijhouden. Maar dan zag ze Sophie een stukje voor zich uit, en trok ze een sprintje. Jasmijn hobbelde een beetje mee. Soms liep ze hand in hand met mij, soms wilde ze bij de grote meiden horen. Ik denk dat we bijna twee kilometer hebben gelopen op dag drie.

Bloemen en ballonnen
Aan Twan de eer om de dames naar de medailles te begeleiden. Uit mijn geheugen borrelden de defilés uit mijn jeugd omhoog. Iets met bloemen, veel bloemen. En ijsjes van oma. Eerlijk gezegd had ik geen idee of dat nog de gewoonte was, maar ik had die middag voor de zekerheid maar heliumballonnen gekocht en wat snoep. Vanuit het oogpunt van de traditie, maar zeker ook omdat we oprecht trots waren op de meiden. Met dank aan rode lap Sophie. Op deze laatste dag stopte de teller pas na bijna vier kilometer! Als we het met z'n vieren hadden moeten doen, waren we lang niet zo ver gekomen, daar zijn we van overtuigd. En de fysio zal ook aangenaam verrast zijn, zo schatten we in. Keer op keer blijkt weer dat Marit tot heel veel in staat is, als ze maar getriggerd wordt. Toevallig had Twan vanmorgen een afspraak met de fysio. Op de agenda stond het fietsen. Hoe het daar nu mee gaat, en vooral hoe we verder kunnen. Ik vermoed dat het woord 'motivatiegebrek' verschillende keren over tafel is gegaan. Maar daarover later meer.

Laatste meetsessie Space Bop
Marit heeft deze week weer meetkastjes op haar benen, heup en borst. Net als bij de start van Space Bop in april en halverwege de rit in juni hebben we een ochtendje Rotterdam gedaan. Met z'n tweetjes in de trein en met de tram, het was weer gezellig. Omdat Marit nu in groep drie zit, had ik de juf gevraagd of we wat schoolwerk mee konden nemen. Op de heenweg heeft Marit zitten voorbereidend rekenen. 'Tel hoe veel knikkers die twee jongetjes in hun zakken hebben. Teken het ontbrekende mondje van het ene jongetje. Lacht het, of staat het verdrietig?' Op de terugweg lezen. Eerst mocht het hardop, zoals je kunt zien aan Marits mond.

Later was de opdracht dat ze zonder geluid zou lezen, maar dat is nog erg moeilijk. Dat heeft ze thuis ook al een paar keer verteld. 'Dan staat het stoplicht op rood en dan mag je niets zeggen, maar dan zit ik toch de hele tijd te praten.' Goed dat ze het nu ook eens op deze manier merkt, misschien helpt het om haar thuis af en toe ook iets minder te laten  kletsen. Ze deed wel erg haar best en ging met haar neus bovenop het boek zitten. 'Du-u bu-o-o-m i-s hu-e-e-l bu-o-o-s.' Heel mooi om te horen dat ze de ene 'e' al vrijwel automatisch anders uitspreekt dan de andere 'e'. En ondertussen kon ik mooi van het uitzicht vanaf de Moerdijkbrug genieten.
Op de heenweg was het trouwens eventjes  wat minder gezellig, toen de tramdeuren voor onze neus dicht knalden terwijl wij moesten uitstappen bij het Erasmus. Dat was altijd haar grootste angst bij het in- en uitstappen. En nu gebeurde het in het echt. Marit begreep niet dat het geen grote ramp was, en raakte een beetje in paniek. Gelukkig waren we ruim op tijd, dus konden we bij de volgende halte rustig op de terugkerende tram wachten. Voor mij betekende het dat ik Marit een minuut of tien op schoot had, helemaal geen straf.

Veters strikken
Net als de vorige keren bestond de meetsessie uit een gangbeeldanalyse met en zonder schoenen, het doormeten van de lenigheid van Marits enkels, benen en heupen met de 'gradenhoekmeter' en het testen van vaardigheden als traplopen, hinkelen en over een lijn lopen. Marit werkte prima mee, tot bijna op het einde. Toen ging ze liggen en was ze lastig tot de laatste oefeningen te bewegen. En werd ze heel boos toen ze in haar beleving niet lang genoeg mocht proberen de schoenveters te strikken. Dat hoorde niet bij de tests, maar wilde ze ineens perse zelf doen. 'Je kunt wel zien dat je er erg fanatiek in bent. Heel goed,' merkte de onderzoeker wijselijk op. 'Van wie heb je eigenlijk strikken geleerd?' 'Van niemand!' antwoordde Marit naar waarheid. Die noteren we op het lijstje voor de ergo. En ik voorzie ook bij deze kwestie een lange, lange serie thuissessies (kleine zucht).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten